De IND heeft u op 19 juni 2018 middels een nieuwsbrief geïnformeerd dat inkomende intra-EU mobiliteit vanuit een EU land dat de richtlijn nog niet heeft geimplementeerd, ook de korterermijn of langetermijn mobiliteit geldt, als ware de richtlijn wel geimplementeerd in het zendende land.
Dit geldt alleen bij onderzoekers die komen uit een land waar de richtlijn geïmplementeerd is of gaat worden. Het moet dus gaan om een onderdaan uit een derdeland, die in het bezit is van een verblijfsvergunning voor onderzoek uit een EU-land niet zijnde Ierland, Groot Brittanië of Denemarken.
Invullen onderzoeksmobiliteit bij aanvang
Uitsluitend als exact bekend is op welk moment de onderzoeker gebruik gaat maken van uitgaande mobiliteit, kunt u dit direct bij het indienen van de aanvraag aangeven. U vult dan in welke periode de onderzoeker vertrekt, in welke Lidstaat hij gaat verblijven en op grond van welk mobiliteitsprogramma;
Kunt u dit niet aangeven? Dan vinkt u in het papieren aanvraagformulier ‘nee’ of ‘onbekend’ aan. Bij een digitale aanvraag zet u géén vinkje bij de vraag “onderzoek geeft recht op mobiliteit cf richtlijn 2016/801”;